Met borstvoeding kies je de beste voeding voor je kind. Moedermelk bevat niet alleen alle voedingsstoffen die een baby nodig heeft, maar ook afweerstoffen die je baby beschermen tegen ziekten en infecties.

Voordelen van borstvoeding
Borstvoeding bestaat niet voor niks. Je kindje heeft er baat bij wanneer hij zijn voeding via borstvoeding krijgt.

  • Bij borstvoeding is de kans op maagdarmstoornissen, luchtweginfecties en terugkerende middenoorontstekingen kleiner.
  • Ook op langere termijn heeft voeding invloed: problemen die kunnen samenhangen met kunstmatige zuigelingenvoeding zijn bij- voorbeeld suikerziekte, chronische darmziekten en hart- en vaatziekten op latere leeftijd.
  • Moedermelk bevat bijzondere vetzuren die zorgen voor een optimale ontwikkeling van de hersenen en van de ogen.
  • Moedermelk vermindert de kans op allergische aandoeningen. Als je baby toch een allergie krijgt, zijn de klachten minder ernstig.
  • Borstvoeding heeft een gunstig effect op de ontwikkeling van de kaak en op de mondmotoriek.
  • Borstvoeding geven is gezond voor jou. Je hebt minder langdurig bloedverlies na de bevalling, de menstruatie wordt uitgesteld en je bent eerder terug op je oorspronkelijke gewicht. Langdurig borst- voeding geven vermindert de kans op borstkanker (voor de menopauze) en op botontkalking op latere leeftijd.
  • Van milieuverontreinigende stoffen in moedermelk is geen schadelijk effect op de gezondheid aangetoond.
  • Bij het geven van borstvoeding is het contact tussen moeder en kind heel intensief. Borstvoeding is een goede manier om aan elkaar te wennen en een band op te bouwen.

Zelf voeden
Elke vrouw kan in principe haar kind zelf voeden. Borstvoeding heeft de grootste kans van slagen als rekening wordt gehouden met een aantal aandachtspunten.

  • Hoe meer moeder en kind bij elkaar blijven, hoe beter de borstvoeding zal gaan. Dit wordt ook wel ‘rooming-in’ genoemd.
  • Aanleggen van je baby is heel belangrijk. Dit moet zorgvuldig gebeuren: met hoofd en lijfje in één lijn, dicht tegen jou aan, buik tegen buik. Zijn mondje is wijdopen, zijn kinnetje raakt je borst. Een gezonde pasgeboren baby heeft over het algemeen naast borstvoeding geen water of enige andere voeding nodig. Hij mag gerust wat afvallen.
  • Als je baby niet genoeg drinkt of te weinig in gewicht toeneemt, is vaker voeden noodzakelijk. Wanneer hij vaker aangelegd wordt, zal de melkproductie zich aanpassen aan de vraag van je baby. Als er bijvoeding gegeven wordt, zal de productie van moedermelk niet toenemen.

Goed aanleggen
Borstvoeding geven gaat niet altijd vanzelf. Je baby goed aanleggen is daarom van groot belang. Zowel voor je kindje als voor jezelf.

Je baby is goed aangelegd als:

  • Zijn lippen naar buiten gekruld zijn.
  • Zijn tong onder je tepelhof ligt, over de onderkaak.
  • Een groot stuk van je tepelhof in zijn mond is.
  • Zijn kin stevig tegen je borst aan ligt.
  • Je geen pijn hebt (op het eerste aanzuigen na, wat een wat stekend gevoel kan geven).

Om zeker te weten of je kindje genoeg heeft gegeten, kun je kijken naar de volgende dingen:

  • Je baby drinkt minimaal zeven à acht keer per etmaal.
  • Je hoort en/of ziet je kindje ritmisch slikken of klokken tijdens het drinken.
  • Je baby drinkt rustig je borst leeg in zijn eigen tempo en wil daarna eventueel nog de tweede borst.
  • Je borsten voelen na het voeden soepeler aan dan voor de voeding.
  • Je baby heeft minimaal vier zware wegwerpluiers per dag, of minimaal zes kletsnatte katoenen luiers.
  • De eerste maanden komt je baby tussen de negentig en tweehonderd gram per week aan.
  • Je baby is alert en tevreden.
  • Tijdens de eerste weken moet je baby iedere dag een paar keer ontlasting hebben. Na verloop van tijd is dit niet meer nodig. Sommige borstgevoede baby’s gaan zo efficiënt met hun voeding om, dat ze eens in de twee weken ontlasting hebben.